De spelregels van voetbal zijn vastgesteld door de Internationale Voetbalbond (FIFA) en zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat het spel eerlijk en leuk blijft voor alle betrokkenen. In dit artikel geven we een overzicht van de belangrijkste spelregels van voetbal.
De basisregels van voetbal:
- Het spel wordt gespeeld op een grasveld of op een kunstgrasveld. Het veld heeft twee doelen, één aan elke kant.
- Er zijn 11 spelers per team op het veld, waaronder één keeper.
- Het doel van het spel is om meer doelpunten te maken dan de tegenstander.
- De speler mag de bal alleen met zijn voeten of hoofd aanraken. Het is verboden om de bal met de handen of armen te spelen, tenzij je keeper bent.
- Als de bal het veld uitgaat, wordt er een ingooi of een corner genomen, afhankelijk van waar de bal het veld verlaat.
Spelregels voor doelpunten:
- Een doelpunt wordt gemaakt als de bal helemaal over de doellijn tussen de paal en het net gaat.
- Als de bal tijdens het spel het doel in gaat, maar niet helemaal over de doellijn, dan is het geen doelpunt.
- Als de bal het doel in gaat na een schot van buiten het strafschopgebied, dan is het een doelpunt.
- Als de bal het doel in gaat na een schot vanuit het strafschopgebied, dan is het ook een doelpunt.
Spelregels voor overtredingen en kaarten:
- Er zijn verschillende overtredingen in voetbal, waaronder het spelen met de handen, het vastgrijpen van een tegenstander, het harde of onsportieve spelen, en het negeren van de scheidsrechter.
- Als een speler een overtreding maakt, kan de scheidsrechter hem een gele of rode kaart geven.
- Een gele kaart betekent dat de speler een waarschuwing krijgt. Als een speler twee keer een gele kaart krijgt in één wedstrijd, krijgt hij automatisch een rode kaart en moet hij het veld verlaten.
- Een rode kaart betekent dat de speler onmiddellijk het veld moet verlaten en dat hij geschorst is voor de volgende wedstrijd.